Honkbal

de hoofdstukken

1.          De geschiedenis van honkbal. 4

2.          Hoe speel je honkbal?. 5

3.          Wie staan er in het veld en wat doen ze?. 6

4.          Wat heb je nodig voor honkbal?. 8

5.          De knuppel. 10

6.          Belangrijke prijzen en gebeurtenissen.. 11

7.          Belangrijke honkballers. 12

1.    De geschiedenis van honkbal

Honkbal is al een hele oude sport, het is rond de 18e eeuw bedacht door Engelsen. De Engelsen noemen het baseball. De spelregels zijn geschreven door Johann Guts, dat gebeurde in het jaar 1796. De bedoeling van de sport is om punten te scoren door langs de honken te lopen nadat je de bal weggeslagen hebt.

Pas na 1900 werd honkbal in Nederland bekend. De Amsterdammer J.C.G. Grasé werd tijdens een vakantie in de Verenigde Staten enthousiast en bij thuiskomst in Nederland maakte hij het spel hier bekend.

Voetbalclub Ajax is ook actief geweest in honkbal. Bij de honkbalclub van Ajax heeft Johan Cruijff nog gehonkbald voor hij ging voetballen. De sport honkbal is vooral populair in: Verenigde Staten, Cuba, Canada, Mexico, Japan                                 

2.    Hoe speel je honkbal?

Er zijn twee teams. Het ene team is aan slag en het andere team staat in het veld. Dat is het verdedigende team.  Alleen het team wat aan slag is kan punten maken. Als je een punt wil maken moet je langs alle honken rennen. Je mag gaan lopen als de bal het veld in geslagen is.

Dat kan op twee manieren. De bal kan binnen het veld worden geslagen. Dan mag je van honk naar honk  rennen net zolang tot de bal terug is bij het thuishonk. Je mag niet vrij door lopen maar je kan uitgetikt worden door een veldspeler die de bal heeft. Dat heet dan een run. Je kan ook een homerun slaan. Dan wordt de bal buiten het binnen-  en buitenveld geslagen. Dan mag je vrij doorlopen.

Je moet tijdens het spel ook wisselen. Dan gaat het veldteam slaan en het slagteam komt in het veld. Dat gebeurt als er drie spelers uit zijn. Je bent uit als je aangetikt bent of als de geslagen bal wordt gevangen.

Een wedstrijd heeft negen rondes die heten innings. Een inning heeft twee helften waarbij je 1 keer slaat en 1 keer in het veld staat.

3.    Wie staan er in het veld en wat doen ze?

De catcher is de man die in het veld bij het thuishonk staat. Hij zorgt er voor dat de ballen die niet geraakt worden niet alle kanten op gaan. Als hij de bal vangt gooit hij de bal terug naar de pitcher voor de volgende slagbeurt. Als een speler bij een van de honken toch probeert verder te lopen kan de catcher de bal ook naar de honkman gooien die dan kan proberen de speler uit te tikken.

De pitcher, of werper, gooit de ballen naar de slagman. Dat doet hij op een manier zodat het voor de slagman moeilijk is om de bal goed te raken zodat de spelers bij de honken niet kunnen gaan lopen en dus geen punten kunnen maken. De bal moet wel over het thuishonk worden gegooid en de hoogte moet tussen de knieën en de schouders van de slagman zijn. Als de pitcher 3 keer fout gooit (dat heet weit) heeft de slagman een vrije loop naar het eerste honk.

Een pitcher gooit harde ballen of langzame ballen met veel effect. De pitcher die de ballen zo hard mogelijk naar de tegenstander gooit noemen we de Fast Bowler. De gene die de ballen zo zacht mogelijk gooit is een Slow Bowler.

De veldmannen/vrouwen staan in het veld verdeeld. De helft in het binnenveld en de helft in het buitenveld. Ze proberen de bal te vangen die geslagen wordt. Dan is de slagman gelijk uit.

Ze kunnen ook een bal aangegooid krijgen van de catcher of een medespeler om dan te proberen een loper uit te tikken.

De slagman moet proberen de bal zo ver mogelijk te slaan. Hij/zij staat op de rand van het veld naast het thuishonk en voor de catcher

Nadat de slagman heeft geslagen moet hij naar het eerste honk rennen. Als het een hele goede slag was kan hij ook nog verder naar een volgend honk. Het moeilijke van honkbal is dat er maar 1 persoon bij een honk mag staan. Als er iemand aan komt lopen dan moet de speler die bij dat honk staat dus verplicht ook rennen naar een volgend honk.

4.    Wat heb je nodig voor honkbal?

Honkbal is een balsport en daar heb je natuurlijk passende spullen voor nodig. Als je catcher bent dan heb je een beschermende uitrusting nodig omdat de ballen die de pitcher gooit erg hard aankomen. De bal is erg hard. Ook kan een fout geslagen bal per ongeluk tegen de catcher aan komen.
Hij draagt veel bescherming en dat zijn scheenbeschermers, een helm, een borstpantser en een speciale handschoen die groter is dan de andere handschoenen.

Als je slagman bent dan heb je een helm en een knuppel nodig.

De veldmannen/vrouwen hebben een grote handschoen om de bal makkelijk te kunnen vangen. En alle spelers uit het team hebben spikes, dat zijn speciale schoenen met hele scherpe noppen tegen het wegglijden.

5.    De knuppel

Als je honkbal speelt heb je een knuppel nodig. Veel mensen denken dan ik koop een lekker lange knuppel maar eigenlijk is dat niet slim want je moet een knuppel kiezen die bij je past. Bijvoorbeeld je bent 1.30 meter  dan kies je een wat kleinere knuppel. De knuppel moet ook niet te zwaar zijn zodat je snel genoeg kan reageren.

De knuppel mag maximaal 1.07 meter lang zijn. En niet dikker dan 7 centimeter.  Je kan knuppels in verschillende materialen kopen zoals aluminium of hardhout.

6.    Belangrijke prijzen en gebeurtenissen

Er zijn de afgelopen jaren veel belangrijke gebeurtenissen geweest, daar heb ik er een paar van uitgekozen.
In 1934 werd de eerste officiële internationale wedstrijd gespeeld.            In 1951 werd in Nederland honkbal voor dames opgericht.                               In 1974 was het eerste wereldkampioenschap.

Honkbal kwam ook nog kort voor op de Olympische spelen. In 1992 was het voor het eerst en het werd voor het laatst gespeeld op de Olympische spelen van 2008.

Nederland speelt al heel lang op hoog niveau honkbal. In Europa is alleen Italië een echte tegenstander. Maar Nederland is al wel 20 keer Europees kampioen geworden. En in 2012 werd Nederland zelfs wereldkampioen.

7.    Belangrijke honkballers